Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
18 April 2024
Artikel delen

5 vragen aan een promoverende leraar

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Van taalvergelijking naar taalbewustzijn
    Promoveren naast je drukke baan als leraar (b)lijkt een hele klus. Wat beweegt mensen om dit te doen? Bevalt het? Wat voor mooie ontdekkingen doen ze en welke
    hobbels moeten ze nemen? Vives Magazine laat promoverende leraren aan het woord. In dit nummer docent Nederlands Gijs Leenders.

    Wat is het onderwerp van je promotieonderzoek en hoe ben je daartoe gekomen? “Mijn promotieonderzoek gaat over het grammaticaonderwijs in de
    vakken Nederlands, Engels en Duits in het voortgezet onderwijs. Dat kwam zo: als docent sta ik niet graag met mijn mond vol tanden. Toch
    overkwam dat me keer op keer als ik vol goede moed aan een les redekundige ontleding begon en een leerling me vroeg: ‘Wat heb ik
    aan deze kennis?’ Want tsja, wat antwoord je op zo’n vraag? Ik zei dan zoiets als: ‘Het helpt je bij allerlei andere taalvaardigheden, zoals lezen
    en schrijven’. Maar waarom wordt grammatica dan volledig geïsoleerd aangeboden? Of ik zei: ‘Het maakt het verwerven van andere (moderne
    vreemde) talen makkelijker’.

    Maar wat hebben leerlingen aan hun kennis van ezelsbruggetjes als die vakspecifiek blijken te zijn en als bovendien elke vorm van vakoverstijgende
    afstemming met de moderne vreemde talen ontbreekt? Daar had ik eigenlijk geen antwoord op en werd daar zelf ook een beetje droevig van.
    Tijdens mijn bachelor Nederlands zocht ik daarom al naar alternatieven voor de invulling van het grammaticaonderwijs voor het schoolvak
    Nederlands. Die waren er, maar die stonden toen nog in de kinderschoenen en ze waren in de meeste gevallen nog onvoldoende afgestemd
    op de noden vanuit de praktijk. De meeste leerlingen worden dus zelfs nu nog geconfronteerd met een eindeloze verzameling aan zinnen die
    ontleed moeten worden. Al met al lijkt de kennis die ze hiermee opdoen geen ander praktisch nut te dienen dan het behalen van een goed cijfer
    op een toets. Ik wilde dat anders aanpakken!”

    Welke stappen heb je vervolgens ondernomen?
    “Na het doornemen van verschillende visiestukken van de Meesterschapsteams Nederlands en Moderne Vreemde Talen, Onderwijs2032
    en Curriculum.nu, besloot ik om me vast te bijten in bewuste taalvaardigheid als doel van het grammaticaonderwijs. Ik benaderde twee
    oud-docenten voor de rol van promotor en vroeg een promotiebeurs aan bij Dudoc-Alfa. Ik schreef een onderzoeksvoorstel getiteld Van
    taalvergelijking naar taalbewustzijn en na een selectieprocedure van ongeveer een halfjaar kon in september 2018 het avontuur beginnen.
    Vanaf dat moment sta ik twee dagen voor de klas en gebruik ik de andere drie werkdagen voor mijn onderzoek.”

    Hoe pak(te) je je onderzoek aan?

    “In de eerste deelstudie onderzocht ik op mijn eigen school (handig!)
    hoe leerlingen grammaticale vraagstukken aanpakten en in hoeverre ze kennis van de ene taal ook gebruikten bij het oplossen van grammaticale
    vraagstukken in een andere taal. Ze kregen een schriftelijke taak, waarna ze mondeling per opgave uitlegden hoe ze tot hun antwoord
    waren gekomen (stimulated recall). In de tweede deelstudie richtte ik me op docenten. Ik onderzocht met behulp van een digitale vragenlijst welke (taalkundige) concepten
    docenten Nederlands, Engels en Duits belangrijk achtten voor hun eigen lespraktijk. Vervolgens stelde ik op basis van drie focusgroep-interviews
    vast welke concepten docenten Nederlands, Engels en Duits het meest geschikt achtten voor taalvergelijkend grammaticaonderwijs.
    In deelstudie drie schreef ik samen met een masterstudent een taalvergelijkende analyse over de verschillen en overeenkomsten tussen
    Nederlands, Engels en Duits op het gebied van de geselecteerde concepten. Deze analyse vormde de theoretische basis voor de ontwikkeling
    van een nieuw lesprogramma: CLAP (Cross Linguistic Awareness Program).

    Voordat we met het lesmateriaal aan de slag konden, moesten er toetsen ontwikkeld worden om het niveau van de leerlingen op het
    gebied van bewuste taalvaardigheid vast te kunnen stellen. Dat deed ik in deelstudie vier, waarin ik verschillende taalspecifieke
    opgaven ontwierp en valideerde. In het kader zie je een voorbeeld van zo’n opgave voor het vak Nederlands. Op basis van de resultaten kon ik
    voor elk van de drie talen de vragen selecteren die het best differentieerden op klasniveau. Ik stelde hiermee toetsen samen, waarin alle drie
    de talen aan bod kwamen.
    Hiermee was het voorwerk gedaan, nu was het tijd om mijn CLAP-lessenserie concreet vorm te geven. Ik trok een tekenaar aan uit Indonesië,
    een voice-over uit Utrecht en een animator uit Nieuwegein en startte een intensief traject voor de samenstelling van elf animaties per taal.
    Ik maakte opdrachten bij de animaties en bracht alles samen op mijn website (clap4education.nl).
    Rond mei 2022 was het dan eindelijk tijd voor de effectstudie waar ik zo lang naar had toegewerkt. Als ultieme cliffhanger moet ik jullie de
    opbrengst van deze vijfde deelstudie helaas nog schuldig blijven, omdat ik nog volop aan het analyseren ben!”

    Hoe gaan de uitkomsten uit jouw onderzoek het onderwijs vooruithelpen?

    “Er is niet eerder onderzoek verricht naar de effecten van een taalvergelijkende didactiek op de bewuste taalvaardigheid en de motivatie van
    leerlingen voor Nederlands, Engels en Duits. Mijn onderzoek is dan ook exploratief. Mijn promotietraject heeft concreet drie volledig digitale lessenseries
    opgeleverd voor de vakken Nederlands, Engels en Duits, gebaseerd op taalkundige concepten. Het lesmateriaal zorgt voor betere differentiatiemogelijkheden,
    waardoor het niet-uitdagende karakter van elk van deze schoolvakken verbeterd kan worden. De lessenseries zijn bovendien
    gemakkelijk implementeerbaar in het huidige programma. Het taalvergelijkende perspectief zal vermoedelijk voor meer overdracht van
    kennis zorgen tussen deze vakken (zowel voor de leerlingen als voor de docenten). Leerlingen zullen zo hopelijk in de toekomst de ezelsbruggetjes
    achterwege laten en in plaats daarvan gebruik maken van hun eigen kennis en redeneervaardigheid.”

    Voor welke leraren is promoveren een aanrader?
    “Ik zou een promotietraject zeker aanraden. Het kost veel tijd, maar het is een unieke kans om je werk te combineren met academische
    verdieping. Je behoudt je praktische en uitdagende functie als docent voor de klas en krijgt parallel daaraan de mogelijkheid om je in de
    breedte te ontwikkelen als docent-onderzoeker. Het levert je ontzettend veel vakspecifieke kennis en nieuwe inzichten op en tegelijkertijd zet
    dit je baan ook in een breder perspectief. Als gevolg hiervan zal je elke uitdaging in je dagelijkse lespraktijk voortaan ook onderzoeksmatig
    aanvliegen. En als je niet oppast, benader je elke lessenserie als eenmini-onderzoek…”

     

     Gijs Leenders studeerde musicaltheater aan de! Kunsthumaniora in Antwerpen en aan Fontys Hogeschool voor de
    Kunsten in Tilburg. Zijn bagage op het gebied van zang, dans en drama zet hij nog dagelijks enthousiast in bij een amateurmusicalgezelschap
    in Utrecht en zeker ook voor de klas. Na het musicaltheater-avontuur rondde hij de studie Nederlands
    af aan de Universiteit Utrecht met een eerstegraads lesbevoegdheid. Het Amadeus Lyceum in Vleuten, zijn
    stageschool, vroeg hem om te blijven als docent. Hier geeft hij sinds 2016 les; in 2018 kwam daar de functie van Brede
    School Coördinator en die van docent-onderzoeker bij. Gijs hoopt in juli 2023 zijn proefschrift Van taalvergelijking
    naar taalbewustzijn: een contrastiefgrammatische leerlijn voor de vakken Nederlands, Engels en Duits te verdedigen.

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS