Een groeiend aantal Nederlanders gebruikt technologie voor educatieve doeleinden. Ruim een derde (35%) van de Nederlanders raadpleegt online studiemateriaal op zijn smartphone, tablet of laptop om zijn kennis uit te breiden. 19% van de Nederlanders doet dat wekelijks, 5% zelfs iedere dag, zo blijkt uit de jaarlijkse Samsung technologiebarometer.

Steeds meer Nederlanders zijn bovendien bereid om voor online studiemateriaal te betalen. 11% van de Nederlanders geeft op dit moment geld uit aan educatieve online content. Dit is een stijging van 10% ten opzichte van 2014, blijkt uit het Samsung onderzoek. Zij die investeren in digitale educatie, besteden daar een relatief hoog bedrag aan. Maandelijks geven Nederlanders € 10,76 uit aan educatie. Dat is meer dan aan elke andere vorm van online content, zoals boeken (€ 9,48), mobiele games (€ 8,87), films en TV-programma’s (€ 8,15) en muziek (€ 5,53).

Slimmer thuis

De jaarlijkse Samsung technologiebarometer toont aan dat technologie in ons huishouden een steeds prominentere plek inneemt. Onze privéomgeving telt elk jaar meer apparaten waarmee we meer tijd doorbrengen. “Anno 2015 is ons thuis veel meer dan een plek om te eten, ontspannen en slapen. Nieuwe toepassingen, al dan niet verbonden via internet, maken van ons huis een slimmer thuis”, aldus Raymond Mesterom, marketingdirecteur van Samsung. Ons huis telt gemiddeld 18 elektronische apparaten, een toename van 3,6%. Bij elkaar gebruikt elk huishouden de apparaten dagelijks bijna 15 uur. Dat is ruim drie uur langer (26,1%) dan een jaar geleden. Gartner verwacht dat in 2020 het gros van de apparaten in huis met het internet verbonden is. Wereldwijd bezit iedereen dan minstens 3 verbonden apparaten – smartphones, tablets en laptops buiten beschouwing gelaten.

Samsung technologiebarometer

Het is de tweede keer dat de Samsung technologiebarometer verschijnt. Het onderzoek onder 18.000 respondenten in 18 Europese landen richt zich op technologiegebruik, gewoonten en het uitgavepatroon door volwassenen. Onderzoeksbureau Lightspeed GMI benaderde in elk land ten minste duizend respondenten en hanteerde specifieke wegingsfactoren per land. Ook in Nederland zijn 1.000 respondenten ondervraagd.