Het voortgezet onderwijs zou na de meivakantie weer volledig naar school moeten kunnen. Dat hebben de ministers Koolmees (Sociale Zaken), Hoekstra (Financiën) en van ‘t Wout (Economische Zaken) ingebracht in het Catshuisoverleg, blijkt uit vrijgegeven vergaderstukken.

Middelbare scholieren krijgen nu minstens één dag per week fysiek les op school. Volgens de zogenaamde sociaaleconomische trojka kunnen ze volledig naar school gaan wanneer de afstandsregel wordt vrijgegeven. Het ministerie meldt dat jongeren tussen 13 en 17 jaar geen 1,5 meter afstand hoeft te houden onderling, behalve op school.

De vertraging van studenten kan nu leiden tot permanente schade. Leerlingen halen niet hun niveau, en dat heeft nadelige gevolgen voor hun baankansen, productiviteit, en daarmee de economie. “Dit leidt tot een structureel bbp-verlies van 1,5 procent.”

Ondanks de jongeren minder kwetsbaar zijn voor het virus zelf, worden zij wel zwaar geraakt door de maatregelen. Veel jongeren zijn geestelijk mentaal “aan het einde van zijn Latijn”. Hier moet op worden gelet als er een ruimte is voor versoepelingen in maatregelen.

Het kabinet vroeg het OMT-advies. Die geeft aan dat het te vroeg is om de 1,5 meter op scholen af te schaffen. Het heropeningsplan eind mei ligt op tafel, hier zal deze stap waarschijnlijk bij aansluiten.

“Maar veel hangt af van in welke mate en met welke snelheid het aantal besmettingen gaat teruglopen”, schrijft het OMT. Het wil zijn advies op dit punt dan ook heroverwegen, “enige tijd” nadat de eerste stap van het heropeningsplan is gezet.