Tip hier de redactie
Nieuws
Bekijk overzicht
24, Tuesday, November , 2020
Artikel delen

Kansengelijkheid in digitalisering in het onderwijs. Toegang is niet genoeg

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Deze publicatie van Kennisnet laat de afwisseling zien tussen kansengelijkheid en -ongelijkheid bij digitalisering in het onderwijs. In het begin van de coronacrisis had niet iedere leerling toegang tot internet en devices, of bleek niet iedereen digitaal vaardig genoeg. De vraag werd steeds nadrukkelijker gesteld: wat kunnen scholen doen om het ideaal van gelijke kansen in tijden van meer digitaal onderwijs zoveel mogelijk waar te maken?

    Onderwijs aan het stuur

    Een goed ontworpen digitale app die leerlingen met leerachterstanden verder helpt, heeft potentieel een groot bereik en kan zo bijdragen aan het verkleinen van verschillen. Tegelijkertijd ontstaan er grotere verschillen tussen leerlingen als bepaalde groepen beter hun voordeel weten te doen met digitale mogelijkheden dan andere. Dat vraagt om bewuste keuzes en weging, met het onderwijs aan het stuur.

    Gelijke kansen en het onderwijs

    Het ideaal van gelijke kansen stelt dat ieder mens met (potentieel) gelijke talenten en vermogens dezelfde kansen moet hebben in de samenleving, ongeacht zijn of haar achtergrond. Onderwijs wordt gezien als een van de belangrijkste middelen om dit ideaal te bereiken. In het onderwijs krijgt iedereen in principe de kans om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen, los van iemands verdere omstandigheden. Kansengelijkheid in het onderwijs wil niet zeggen dat elke leerling dezelfde resultaten moet behalen, maar dat de achtergrond van de leerling (denk aan gender, etniciteit of sociaal-economische status) niet van invloed zou moeten zijn op zijn resultaten (OECD, 2018).

    Sturingsmodel

    Het onderwijs kan bij deze digitale ontwikkelingen zelf de regie behouden door te denken en te sturen vanuit waarden. Het ‘Sturingsmodel waardevol digitaliseren’ uit de publicatie Waarden wegen van Kennisnet is daarbij een hulpmiddel.

    Door te beginnen bij een voor het onderwijs belangrijke waarde als gelijke kansen kunnen scholen digitalisering zo sturen dat gelijke kansen voorop komen te staan. Dit vraagt steeds weer om een ethische weging in verschillende contexten. Het Ethiekkompas van Kennisnet helpt onderwijsteams om samen ethische afwegingen te maken.

    Goede toegang is de basis

    Elke leerling zou toegang moeten hebben tot een goed werkend device, tot veilig internet en tot passende en toegankelijke digitale leermiddelen. Veel is op dit gebied al goed geregeld. Toch zijn er ook nog verschillen tussen scholen, met een effect op gelijke kansen.

    Elke leerling een goed werkend device en veilig internet

    Tijdens de coronacrisis had bijna iedere leerling thuis toegang tot digitale middelen nodig om goed te kunnen blijven leren. Veel schoolbesturen regelden na een extra financiële impuls van de overheid via de coöperatie SIVON  in hoog tempo devices en internet voor leerlingen die vanuit huis geen toegang hadden.

    Voldoen aan toegankelijkheidseisen

    Voor de toegankelijkheid van het onderwijs is het noodzakelijk dat ook leerlingen met beperkingen zonder drempels gebruik kunnen maken van leermiddelen. De Europese eisen voor digitale toegankelijkheid geven hier een kader voor.

    Door de toenemende digitalisering in het onderwijs verschuiven ook de verantwoordelijkheden op dit gebied. De verantwoordelijkheid om leermaterialen toegankelijk te maken komt nu meer en meer bij uitgeverijen van digitaal materiaal te liggen. Het is belangrijk dat verschillende partijen hier goed in samenwerken.

    Toegang tot ict-toepassingen voor elke leerling

    Een gerichte inzet van digitale middelen, zoals digitale prentenboeken en educatieve sociale robots, kan positieve effecten hebben op het welzijn en de prestaties van bepaalde groepen leerlingen, zoals leerlingen met Nederlands als tweede taal en leerlingen met gedragsstoornissen of leerproblemen. Zo kunnen kleuters uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status dankzij digitale prentenboeken grote vooruitgang boeken op taalvaardigheden als woordenschat, woordherkenning en fonologisch bewustzijn (Kennisrotonde, 2017). Ook apps in de thuissituatie kunnen leerlingen met achterstanden op het gebied van taal en rekenen vooruit helpen. Die apps moeten dan wel toegankelijk zijn, goed zijn afgestemd op de ontwikkeling van kinderen en aansluiten bij het Nederlandse onderwijs (Segers, 2017).

    Digitale (onderwijs)apps en websites kunnen de kloof tussen groepen verkleinen, maar ze lossen het probleem van kansenongelijkheid niet op.

    Bovendien kunnen digitale bijlessen en oefenapps waar ouders voor moeten betalen ook bijdragen aan ongelijke kansen. Er komen steeds meer digitale oefenapps beschikbaar, waarmee leerlingen buiten schooltijd kunnen oefenen met schoolopgaven. Die apps zijn vaak ook zo ingericht dat ze specifiek trainen voor de eindtoets. Als de ene ouder wel 12 euro in de maand kan en wil betalen voor een abonnement op zo’n app en de andere niet, dan draagt dit bij aan de kansenongelijkheid.

    Dit is een brede maatschappelijke vraag: er zijn veel nieuwe mogelijkheden om te leren buiten de school, maar hoe zorgen we dat hierdoor de ongelijkheid niet verder toeneemt?

    Zet data-analyses en algoritmes verantwoord in

    In het onderwijs wordt steeds meer data gebruikt. Scholen en besturen kijken hoe ze data-analyses en algoritmes kunnen gebruiken om leerlingen beter te laten leren, om schoolsucces te voorspellen en uitval tegen te gaan. Voor de lange termijn wordt veel verwacht van artificial intelligence (AI, ofwel  kunstmatige intelligentie. Dit zijn  computerprogramma’s die zelf leren door grote hoeveelheden data te analyseren, daar regels en strategieën uit te destilleren en die vervolgens beslissingen helpen nemen.

    Het gebruik van algoritmes en data-analyses kan bijdragen aan gelijke kansen: leerlingen met meer risico op uitval kunnen bijvoorbeeld eerder geholpen worden, en menselijke vooroordelen hebben minder directe invloed.

    Het is belangrijk dat scholen, als ze data-analyses en systemen die werken op basis van algoritmen inzetten, verantwoord omgaan met de adviezen die uit de systemen en analyses naar voren komen. Welke beslissingen doen ertoe, hoe worden ze genomen en welke informatie is nodig om te controleren of die beslissingen gebaseerd zijn op normen, regels en kaders waar we het als samenleving mee eens zijn? Ook als er in de toekomst meer gebruik gemaakt wordt van algoritmes en AI in het onderwijs, blijven menselijke inschattingen en afwegingen een belangrijke eindverantwoordelijkheid van leraren, schoolleiders en bestuurders.

    Menselijke blik vereist

    Het is een wettelijke eis dat er altijd sprake moet zijn van een menselijke blik bij besluiten die gevolgen hebben voor een persoon. Dat soort besluiten mogen nooit alleen automatisch genomen worden.

     

     

    Conclusie

    Toegang tot de digitale wereld is een belangrijke en noodzakelijke basis voor gelijke kansen in het onderwijs. Elke leerling moet toegang hebben tot een goed werkend device, tot veilig internet en tot passende en toegankelijke digitale leermiddelen. Maar alleen toegang is voor gelijke kansen niet genoeg en werkt mogelijk zelfs averechts. Het kan ertoe leiden dat degenen die al een voorsprong hadden in de samenleving ook hun voordeel weten te doen met de digitale wereld, terwijl andere groepen achterblijven.

    Daarom is een tweesporenbeleid nodig.

    Zorg voor goede toegang

    Stuur gericht op goede toegang tot de digitale wereld voor elke leerling. Bijvoorbeeld door te zorgen dat de beschikking over een goed digitaal device niet afhangt van de middelen van ouders. En door ervoor te zorgen dat digitale leermaterialen voor alle leerlingen goed te gebruiken zijn, ook voor leerlingen met een beperking.

    Zorg dat goede toegang ook écht kan leiden tot kansengelijkheid

    Zorg er dus voor:

    • dat elke leerling over voldoende basisvaardigheden beschikt
    • dat data-analyses en algoritmes verantwoord worden ingezet
    • dat elke leerling weet dat hij of zij de digitale wereld mede vorm kan geven

    De algemene conclusie dat digitale technologie in het onderwijs juist wel of niet bijdraagt aan gelijke kansen is niet zomaar te trekken. In deze longread hebben we spanningen blootgelegd: positieve en negatieve effecten kunnen tegelijkertijd optreden. Het gaat steeds om verschillende contexten en verschillende effecten voor verschillende groepen. Het luistert nauw om daarin het goede midden te vinden.

    Zoek daarom verbinding met andere schoolbesturen om samen in gesprek te kunnen over het bevorderen van gelijke kansen in relatie tot digitalisering. Maar ook om gezamenlijk in te kopen en meer invloed op markt te hebben. Kijk bij de keuze voor leermiddelen bijvoorbeeld naar de manier waarop er gebruik gemaakt wordt van algoritmes en AI. Scholen kunnen met leveranciers en ontwerpers in gesprek op basis van waarden die voor het onderwijs van belang zijn. Rechtvaardigheid en gelijke kansen verdienen daarbij een belangrijke plek.

    Lees deze publicatie in zijn volledigheid hier, en kijk op Kennisnet.nl voor meer gerelateerde informatie.

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS