Kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence of AI in het Engels) is een technologie waarmee computers worden ingezet om complexe problemen op te lossen of taken uit te voeren die voorheen alleen door mensen gedaan kon worden. De technologie kan waarnemen, leren en redeneren om zichzelf zo te verbeteren.

De toepassingen hiervan in het onderwijs kunnen veel voordelen bieden voor leerlingen. Zo kan kunstmatige intelligentie worden ingezet om het onderwijs voor leerlingen te personaliseren, terwijl tegelijkertijd de werkdruk voor docenten wordt verlaagd.

Om het gebruik van deze technologie in het onderwijs te stimuleren heeft het ministerie van OCW een strategisch actieplan ontwikkeld om het gebruik van kunstmatige intelligentie in het mbo te stimuleren.

Er zijn talloze toepassingsmogelijkheden die het leerproces voor zowel leerling als docent makkelijker kan maken. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van kunstmatige intelligentie als klassen-assistent, waarbij het de administratie kan bijhouden en rapporten kan maken. Ook kan het worden gebruikt voor learning analytics waardoor problemen eerder gesignaleerd kunnen worden. Zo kunnen passende oplossingen worden aangeboden.

Zoals eerder vermeldt kan kunstmatige intelligentie worden gebruikt voor personaliseren van het onderwijs. Door de programma’s te trainen op de voorkeuren van leerlingen en studenten sluit het lesprogramma beter aan op de eigenschappen en behoeften van de studenten.

Al deze punten kunnen potentieel veel tijd besparen voor de docent en student.

Maar zijn er ook nadelen?

Eén van de risico’s van het gebruik van kunstmatige intelligentie in het onderwijs is dat het onderwijs hiermee te “onmenselijk” wordt. Daarnaast is er met digitalisering van processen altijd de mogelijkheid tot datalekken en is het de vraag hoe het met de privacy van betrokken partijen zit.

Het succesvol implementeren van kunstmatige intelligentie valt of staat ook met de infrastructuur die aangelegd wordt. Wanneer de internetverbinding wegvalt kan het zijn dat de student zijn digitale toets niet meer kan maken, of de docent vertraging oploopt met feedback geven op een project.

Technologische ontwikkelingen komen steeds sneller en vaker, ook in het onderwijs. Uiteindelijk moet de techniek zowel de docent als de student ondersteunen. Daarom is het belangrijk dat alle betrokken partijen, de studenten, docenten, schoolbestuur, maar ook de ouders, de juiste afwegingen maken over hoe kunstmatige intelligentie het beste gebruikt kan worden. Benieuwd naar het Strategisch Actieplan voor Artificiële Intelligentie? Klik hier!

Bron: Onderwijsconsument