Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
9 August 2023
Artikel delen

Waarom is ‘gewoon even googelen’ zo moeilijk?

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Beste Annelot, Wat leuk dat je me zo uitgebreid mailt over de zoektocht van Jesper en jou voor zijn spreekbeurt. Ik vertel je graag over hoe jullie dat goed kunnen aanpakken.

    Digital natives bestaan niet

    Om te beginnen mijn complimenten over hoe jij aanschuift bij je kinderen als ze met allerlei media bezig zijn! Dat is altijd een van mijn eerste aanbevelingen aan ouders: wees nieuwsgierig en probeer zicht te krijgen op wat er te doen is op internet. Kijk met je kinderen mee naar hun favoriete sites, apps en games, praat over wat jullie tegenkomen en ga samen dingen onderzoeken. Vraag: ‘Wat vind jij hiervan en waarom?’ ‘Waarom vind je dit zo’n goede site? Of waarom juist niet?’.

    Wees er eerlijk over dat je veel dingen zelf nog niet eerder hebt gezien. Ook als je als ouder zelf niet alles kent, kun je je kind begeleiden op internet. Die begeleiding hebben kinderen broodnodig. De bewering die je soms hoort, dat kinderen ‘digital natives’ zouden zijn en dus vanzelf deskundig zijn, klopt niet. Het zegt alleen iets over de tijd waarin de kinderen geboren zijn, niet over hun vanzelfsprekende kennis.

    Als je als ouder zorgt dat je contact hebt met je kinderen over alles waar ze mee bezig zijn – offline en online – komen ze makkelijker naar je toe als ze hulp nodig hebben of als ze op een rare site terecht komen. Dat doe jij dus prima.

    Het doel van spreekbeurten en werkstukken

    Ik heb zo mijn twijfels bij de insteek die het basisonderwijs soms kiest bij werkstukken en spreekbeurten. Er worden daarbij te veel leerdoelen op één hoop gegooid:

    1. leren presenteren of leren boeiend te schrijven
    2. informatie verzamelen
    3. bronnen beoordelen op betrouwbaarheid

    Voor basisschoolkinderen is het echt te hoog gegrepen om in één werkstuk of spreekbeurt aan alle drie de doelen tegelijk te werken. Als je die uit elkaar trekt, leren ze meer.

    Ikzelf zou beginnen met kinderen hun presentatie- of schrijfvaardigheden te laten oefenen. Laat die bronnen nog maar even voor wat ze zijn en vraag kinderen te vertellen over iets dat dichtbij ze staat. Het is veel interessanter als een kind vertelt over de leukste en de stomste oefening bij de voetbaltraining, over hoe het is om heel vroeg in de kou een wedstrijd te spelen en hoe het voelt als je een doelpunt maakt – dan dat hij of zij allerlei feitjes op gaat dreunen over Memphis Depay of Lieke Martens. Over eigen ervaring, first person experience, is een kind zelf bovendien een goede, interessante en betrouwbare bron.

    Maar goed, Jespers leerkracht gaat er waarschijnlijk wel vanuit dat hij ook met informatie uit externe bronnen komt (doel 2). En hoewel ik boeken en alle andere soorten bronnen net zo belangrijk vind, ligt internet daarbij voor de hand. Ik zal daarom nog wat meer vertellen over hoe je het kunt aanpakken om informatie te zoeken op internet – want inderdaad: soms zie je door de bomen het bos niet meer.

    Waarom is ‘gewoon even googelen’ zo moeilijk?

    Om deze vraag te kunnen beantwoorden, wil ik eerst vertellen over ‘zoekbedoelingen’ die mensen kunnen hebben op internet. Dit zijn de drie belangrijkste:

    1. De weg zoeken, een leuk restaurantje, de openingstijden van een museum of de supermarkt, hoe laat begint de film? Dat heet ‘navigerend zoeken’.
    2. Bij ‘koopzoeken’ heb je de bedoeling om iets aan te schaffen (kan ook gratis zijn).
    3. ‘Informatief zoeken’ is een aparte zoekbedoeling, waarbij het gaat om informatie. Je wil iets leren of te weten komen.

    Mensen die zeggen: ‘Ik heb al zo vaak gegoogeld, dat hoef ik niet meer te leren’, bedoelen meestal dat ze veel zoekacties van de eerste twee soorten hebben gedaan, navigeren en koopzoeken.

    Informatief zoeken vormt een kleiner deel van alle zoekacties en dat maakt dat informatief zoeken vaak wordt onderschat. Voor het onderwijs is deze manier van zoeken het meest belangrijk – en het moeilijkst. Je weet namelijk in het begin vaak niet precies wat je zoekt en of het klopt wat je vindt.

    Hoe pak je dat aan, informatief zoeken?

    Om goed te kunnen zoeken, met goede zoekwoorden, moet je eerst een beetje verstand krijgen van je onderwerp. Als je een filmpje bekijkt of naar de eerste (meestal wat eenvoudigere) alinea van een Wikipedia-pagina kijkt, vallen je al termen op die bij je onderwerp horen. Bij ‘zwarte gaten’ zal dat waarschijnlijk gaan over ‘heelal, sterrenkunde, astronomie, waarnemen, telescoop en radiogolven’. Met die woorden maak je een woordspin of gewoon een lijstje. Met deze nieuwe zoekwoorden ga je verder zoeken. Ook kun je nu beslissen over welk deelonderwerp je wil vertellen in je spreekbeurt of werkstuk, want ‘zwarte gaten’ is wel erg breed. Bijvoorbeeld: ‘Waarom is de eerste ‘foto’ van een zwart gat zo’n groot nieuws?’ `Is het wel een gewone foto?’ Zo kun je je zoektocht toespitsen.

     

    Hoe vind je goede betrouwbare bronnen die geschikt zijn voor kinderen?

    Je merkte zelf al dat je snel verdwaalt als je gewoon gaat googelen. Hoe weet je of de informatie die je vindt, wel klopt? Vaak wordt gezegd dat je alle informatie op internet moet dubbelchecken, maar dat is voor basisschoolkinderen niet te doen. Het is ook niet overal nodig:

    Tip 1:    Wat je vindt op een site als Schooltv of Jeugdjournaal, hoef je niet te dubbelchecken. Daar zitten goede, professionele redacties achter. Begin dus liever hier dan bij Google.

    Tip 2:    Wikipedia is ook zeker betrouwbaar, die site wordt voortduren door vele mensen en bots gecheckt en bijgehouden. Maar deze encyclopedie is voor kinderen veel te ingewikkeld.

    Tip 3:    Docukit is het allermooiste voorbeeld van een serieuze betrouwbare Nederlandstalige website met informatie op een begrips- en leesniveau van kinderen van groep 5-6.

    Tip 4:    WikiKids wordt vaak aangeprezen als ‘de Wikipedia voor kinderen’ – maar is dat niet. Het is een mooi initiatief, maar wordt niet genoeg bijgehouden, er staan echt fouten in.

    Tip 5:    Om verdwalen te voorkomen, heb ik voor kinderen een veilige startpagina gemaakt om aan een zoektocht te beginnen. Op start.slimzoeken.nu staan voor schoolvakken en thema’s die op de basisschool voorkomen, goede, nuttige, betrouwbare, begrijpelijke bronnen op een rijtje. Ik check deze sites regelmatig en gebruik ze ook zelf in de workshops die ik geef.

     

    Zelf beoordelen van de betrouwbaarheid

    Stel dat je een website, een pagina of een video vindt waar het precies gaat over jouw onderwerp, hoe bepaal je dan of die informatie betrouwbaar is? Vraag je allereerst af – ook als volwassene: ‘Wie heeft dit gemaakt en waarom?’ Het allergrootste deel van internetinformatie heeft een commercieel doel, de makers willen dat mensen iets aanschaffen, ergens heen gaan of iets geloven. Ook bij de site van een museum, hoe mooi opgezet ook, gaat het toch vaak om bezoekers naar het museum te krijgen. Er zijn maar weinig oases op internet waar het echt alleen om de informatie gaat; bijvoorbeeld Wikipedia en Thuisarts.nl.

    Het is goed als leerkrachten en ouders daar telkens opnieuw met kinderen over praten. Ga samen uitzoeken wie de afzender van de informatie is – zoek naar de ‘over ons’-pagina – en wat het doel is van de website of app. Als je dat regelmatig bespreekt, stimuleer je de houding dat het goed is om naar deze achtergronden te kijken. Zoiets leer je niet in een paar losse lesjes informatievaardigheden op school. Dit is minstens even belangrijk als aandacht voor nepnieuws.

    Ga vooral ook op zoek naar de kwaliteit die er wel degelijk is en onthoud de plekken die je goed vindt!

    Gevonden informatie verwerken in een werkstuk of spreekbeurt

    De gevonden informatie moet nu nog in eigen woorden verteld worden. Wat Jesper deed, simpelweg hele alinea’s kopiëren en in zijn werkstuk plakken, is natuurlijk niet de bedoeling. Iets in je eigen woorden herschrijven is een hele kunst, dat is een apart leerdoel om langer mee bezig te zijn. Ook is bronvermelding natuurlijk wel zo netjes; goed om daar al vroeg mee te beginnen.

    Ik hoop dat ik je heb kunnen helpen, Annelot. Je mag me altijd opnieuw mailen met een vraag. Misschien vind je het ook leerzaam om een kijkje te nemen op mijn site www.slimzoeken.nu

    Wens Jesper maar succes met zijn spreekbeurt.

     

    Hartelijke groet, Maarten Sprenger

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS