Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
21 August 2023
Artikel delen

Als de juf door wil blijven leren…

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    8 vragen aan een promoverende leerkracht

     

    “Mezelf ontwikkelen door te promoveren, draagt bij aan mijn werkgeluk”

     

    [intro] Promoveren naast je drukke baan als leerkracht (b)lijkt een hele klus. Wat beweegt mensen om dit te doen? Bevalt het? Wat voor mooie ontdekkingen doen ze en welke hobbels moeten ze nemen? In dit nummer van Vives Magazine is het woord aan duizendpoot Annemie van Loo, leerkracht in de middenbouw en schoolopleider bij Movare en studieloopbaanbegeleider voor de Nieuwste Pabo.

     

    Wanneer ontstond jouw plan om te gaan promoveren?

    “Na mijn afronding van de universitaire Master Evidence Based Innovation & Teaching bij de universiteit van Maastricht in 2018 werd al snel duidelijk dat ik ‘nog niet klaar’ was. Gedurende die master leerde ik welke meerwaarde onderzoek kan hebben bij onderwijsinnovaties. Onderwijsinnovaties beginnen vaak vanuit een heel waardevol onderbuikgevoel van ‘ik denk dat dit wel werkt’ in de praktijk. Door een evidencebased aanpak kan zo’n gevoel uitgroeien tot een innovatie die de onderwijskwaliteit echt ten goede komt. Verder wil ik mij als leerkracht professioneel blijven ontwikkelen en iets blijven toevoegen aan de kwaliteit van het onderwijs. Wat ik zelf leer, kan ik als schoolopleider en studieloopbaanbegeleider ook weer doorgeven. Kortom: mezelf ontwikkelen door te promoveren, draagt bij aan mijn ‘werkgeluk’.”

     

    Vertel eens iets over je onderwerp?

    “In mijn onderzoek vertrek ik vanuit de observatie dat er grote verschillen zijn tussen leerkrachten in hoe ze meegaan in een onderwijsinnovatie op de school. Ondersteunen ze het schoolbrede innovatieproces? Of gaan ze in de ankers? ‘Psychologisch eigenaarschap’ speelt hierbij een belangrijke rol. Dit bestaat uit vijf elementen:

    • zelfinschatting (ik kan dit)
    • persoonlijke identificatie (dit past bij mij)
    • gevoel van erbij horen (ik hoor bij deze school)
    • rekenschap (je mag mij ter verantwoording roepen) en
    • territorialiteit (ik claim de door mij bedachte ideeën)

    Deze elementen van psychologisch eigenaarschap kunnen bevorderend of belemmerend werken op de bereidheid mee te willen gaan in onderwijsinnovaties en op het gedrag dat we bij leerkrachten zien. De complexiteit, hoe de lijntjes nu in mijn hoofd zitten, ziet eruit als figuur 1. Ik wil uitzoeken hoe de relatie tussen psychologisch eigenaarschap en innovatief gedrag van leerkrachten eruitziet. Begrip over deze relatie helpt schoolleiders om te snappen waarom sommige leerkrachten wel en andere niet meegaan. En dat draagt weer bij aan wat de schoolleider kan doen om leerkrachten te ondersteunen in de innovatie die uitgevoerd wordt.”

     

      

     

    Waarom liep je juist warm voor dit onderwerp?

    “Tijdens mijn werk als schoolopleider kwam ik in aanraking met een innovatie in een van mijn opleidscholen. Een innovatie die vanaf het begin door enthousiaste en gedreven leerkrachten zelf ontwikkeld was en in een gloednieuw schoolgebouw in praktijk gebracht zou worden. Ondanks het nieuwe gebouw, het enthousiasme en de teambrede aanpak, ging niet iedereen even hard mee in de innovatie. Ik was verbaasd; het was deze verbazing die mij triggerde om dit fenomeen verder te onderzoeken.”

     

    Hoe pak je je onderzoek aan?

    “Een aantal brainstormsessies met mijn begeleidingsteam – bestaande uit mensen van de Universiteit van Maastricht en de Nieuwste Pabo – en een literatuurverkenning hebben geleid tot een plan voor vier deelstudies. De focus van de eerste deelstudie is:

    De samenhang tussen het ervaren van gevoelens van psychologisch eigenaarschap en          motivatie enerzijds en de bereidheid om mee te gaan in onderwijsinnovaties anderzijds.

    In deze deelstudie moeten vragenlijsten en focusgroepgesprekken meer inzicht geven in die samenhang. Deelstudie twee zoomt in op wat leerkrachten nodig hebben om bereid te zijn mee te gaan in onderwijsinnovaties. Deelstudie drie beoogt het waarneembare gedrag van leerkrachten ten aanzien van onderwijsinnovaties in beeld te brengen. De laatste deelstudie heeft een tweeledig doel: 1) de opbrengsten van de eerste drie deelstudies generaliseren naar een bredere context en 2) leidinggevenden inzichten verschaffen hoe te anticiperen op wat leerkrachten nodig hebben om mee te gaan in onderwijsinnovaties. De uitvoering en dataverzameling zullen begin 2022 starten, daar kan ik nu nog niets over zeggen. Wel is uit verkennende gesprekken met leerkrachten naar voren gekomen dat – hoewel leerkrachten in eerste instantie vaak enthousiast zijn – het daadwerkelijk meegaan in onderwijsinnovaties niet altijd vanzelfsprekend is.”

     

    Hoe gaan de uitkomsten uit jouw onderzoek het onderwijs vooruithelpen?

    “Het doel van mijn onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de complexiteit van de samenhang tussen psychologisch eigenaarschap, bereidheid, onderwijsinnovaties en innovatief gedrag. Als hier meer zicht op komt, kunnen onderwijsinnovaties wellicht vaker tot succes leiden. De maatschappij vraagt steeds iets anders van leerlingen. Om deze leerlingen te kunnen opleiden voor de toekomst, zal ook het onderwijs voortdurend in beweging moeten zijn. Onderwijsinnovaties zullen dan ook nodig blijven om maatschappelijke veranderingen op de voet te kunnen volgen.”

     

    Is promoveren te combineren met je onderwijsbaan?

    “De combinatie van promoveren en een baan in het onderwijs is een stevige klus, maar daardoor niet minder leuk. Het zijn verschillende werelden die elkaar ook weer voeden. Als leerkracht sta ik met mijn voeten in de klei; daardoor weet ik dat ik iets relevants onderzoek. Anderzijds: in mijn lesgeven wil ik altijd graag dingen uitproberen, om zo de leerlingen bijvoorbeeld beter passend te kunnen bedienen. Dit uitproberen wordt nu voorafgegaan door eerst te lezen over wat de achterliggende gedachte van zo’n uitprobeersel is, hoe het op andere scholen gewerkt heeft en hoe ik eventueel aanpassingen moet doen voor onze eigen context.”

     

    Praktisch: hoe ziet je werkweek eruit?

    “Tja, mijn werkweek is nogal complex, vooral omdat ik mijn promotiewerk in mijn eigen tijd moet doen. Gelukkig ben ik organisatorisch sterk. Ik sta twee dagen voor de groep (4 en 5), ben één dag ambulant en fungeer dan vaak als noodvervanger, één dag ben ik schoolopleider en voor één dag ben ik gedetacheerd als studieloopbaanbegeleider van de Nieuwste Pabo. Werken aan mijn onderzoek speelt zich nu vooral af in de avonduren en de zaterdag- en zondagochtend; zo’n zestien uur per week. Het zou me enorm helpen als ik een promotiebeurs van de NWO in de wacht zou kunnen slepen. Dan zou ik een paar dagen per week vrijgeroosterd kunnen worden om promotieonderzoek te doen. Ik verwacht hier nog zeker vier à vijf jaar mee bezig te zullen zijn.”

     

    Wat zijn voor jou de praktische ‘mogelijkmakers’ voor dit promotietraject?

    “Ik heb het enorm getroffen met mijn begeleidingsteam onder leiding van professor Trudie Schils. Een team vol kennis en kunde, en met de juiste ‘matchfactor’: we begrijpen elkaar, iedereen wordt als gelijkwaardig gezien en ik mag leren. Kortom, het is een team met in onderwijstermen een ‘veilig pedagogisch klimaat’. Het begeleidingsteam heeft mij geholpen – door de juiste vragen te stellen – om vanuit een nogal breed idee de focus scherp te krijgen. Het helpt enorm dat het CvB, mijn schooldirecteur en mijn gezin in me geloven en achter me staan. In overleg met mijn directeur heb ik geen groepsverantwoordelijkheid meer, dat geeft wat ademruimte. Thuis leidt het tot grappige veranderingen. Mijn man gaat nu wat vaker naar de winkel, stofzuigt of… regelt dat er iets te eten komt. De factor ‘tijd’, daar is nog winst te behalen. Tijd is nodig om je gedurende een aantal uren achtereen te kunnen focussen op de materie.”

     

     

    Annemie van Loo werkt al 36 jaar in het primair onderwijs bij onderwijsstichting Movare, voornamelijk in midden- en bovenbouw. Naast het lesgeven heeft zij taken als schoolopleider en is zij één dag gedetacheerd als studieloopbaanbegeleider bij de Nieuwste Pabo in Sittard. Zij is lid van twee kenniskringen: Innoveren en Veranderen bij Movare (in de rol van ‘kartrekker’) en bij Kenniscentrum Professionals van de Nieuwste Pabo – voormalig Lectoraat Opleiden in de School (als onderzoeker).

     

     

     

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Gerelateerd

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS