Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
29 April 2024
Artikel delen

Als de meester doctor wil worden

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    9 vragen aan een promoverende leraar

     Taal koppelen aan inhoud: twee vliegen in een klap

    Promoveren naast je drukke baan als leraar (b)lijkt een hele klus. Wat beweegt mensen om dit te doen? Bevalt het? Wat voor mooie ontdekkingen doen ze en welke hobbels moeten ze nemen? VIVES Magazine laat promoverende leraren aan het woord; in dit nummer geschiedenisdocent Johan van Driel.

     

    Vertel eens iets over je onderwerp?

    “Mijn onderzoek richt zich op het lezen en schrijven van teksten binnen het vak geschiedenis. Ik heb leerlingen gevraagd om teksten te lezen met daarin twee verschillende perspectieven op eenzelfde persoon (bijvoorbeeld Columbus of Napoleon) uit het verleden. De leesteksten waren gebaseerd op het werk van historici die in verschillende tijden (19e of 20e eeuw) leefden. In beide teksten werd op een (totaal) andere manier geschreven over de persoon in kwestie. Door het lezen van deze teksten, kwamen leerlingen tot het inzicht dat historici het verleden niet alleen beschrijven, maar ook interpreteren. Waarbij historici ook beïnvloed worden door de tijd waarin zij leven. Hierna moesten leerlingen beschrijven hoe er door de tijd heen anders is aangekeken tegen deze persoon en vervolgens onderbouwen of deze persoon in het heden nog moet worden herdacht.

    Om leerlingen deze taak te laten uitvoeren, heb ik een leesinstructie ontwikkeld. Ik onderzocht of deze leesinstructie leerlingen helpt om beter te gaan schrijven over het verleden én of leerlingen na de leesinstructie beter wisten waarop je moet letten bij het lezen en schrijven van teksten.”

     

    Hoe pakte je je onderzoek aan?

    “Omdat er binnen het vak geschiedenis niet zoveel bekend is over het lezen van dit soort teksten, heb ik zowel een aantal leerlingen als enkele academisch geschoolde leraren de taak laten doen zonder enige vorm van instructie. Tijdens het uitvoeren van deze taak hebben zij alles wat ze dachten, hardop uitgesproken. Zo kwam ik achter de manier waarop zij de taak aanpakten.

    De aanpak van de leerlingen heb ik vergeleken met de aanpak van de docenten. Op basis van de verschillen heb ik de leesinstructie ontwikkeld. Deze instructie heb ik op verschillende manieren getest. Ik heb bijvoorbeeld deze instructie aan een aantal klassen gegeven en hun teksten vergeleken met leerlingen die dezelfde taak hadden uitgevoerd zonder leesinstructie. Ten slotte heb ik leerlingen na de leesinstructie weer gevraagd om een dergelijke taak hardop denkend te doen. Zo kon ik onderzoeken of leerlingen ook daadwerkelijk gebruikmaakten van de instructie tijdens het lezen en schrijven.”

     

    Kun je een voorbeeld geven van deze leesinstructie?

    “Veel leerlingen zien geschiedenis als een beschrijving van het verleden. Om te laten zien dat je op verschillende manier kunt kijken naar het verleden, heb ik een schilderij laten zien (zie afbeelding). Op dit schilderij wordt Columbus begroet door de inheemse bevolking van Amerika. We hebben toen besproken dat het in deze tijd ongemakkelijk is om te kijken naar een hoe de inheemse bevolking in zo’n onderdanige positie geschilderd is. Daarna is uitgelegd dat historici ook met elkaar van mening verschillen en dat een in een goede tekst bewijs wordt geleverd voor een bepaalde zienswijze. Leerlingen hebben daarna in groepjes en onder begeleiding van de docent een tekst gelezen. Tijdens het lezen werd op drie dingen gelet: Wat wil de auteur duidelijk maken? Welke gegevens worden benoemd om de boodschap overtuigend te maken? En hoe wordt de auteur beïnvloed door de tijd waarin hij/zij leeft? Daarna hebben zij zelfstandig – gebruikmakend van deze drie vragen – een andere tekst gelezen waarin op een hele andere manier naar Columbus werd gekeken.”

    Columbus wordt begroet door de inheemse bevolking van Amerika

    Jose Garnelo: Primer desembarco de Cristobal Colon en America (1892)

     

    Wat kwam eruit?

    “De resultaten van mijn onderzoek laten zien dat de leesinstructie inderdaad zorgt voor meer kennis over hoe je teksten leest en schrijft. Ook schreven de leerlingen die de leesinstructie hadden gehad betere teksten. Wat verder opviel, is dat leerlingen hun kennis over het vak geschiedenis verdiepten. Zo bleek tijdens het hardop denken dat veel leerlingen doorhadden dat historici argumenteren en werken vanuit een bepaald perspectief.”

     

    Hoe gaan de uitkomsten uit jouw onderzoek het onderwijs vooruithelpen?

    “De onderwijsinspectie beschrijft met enige regelmaat hoe Nederlandse leerlingen achteruitgaan wat betreft lees- en schrijfvaardigheid. Daarom pleit zij voor meer focus op de basisvaardigheden. Anderen stellen dat er nog veel meer dingen belangrijk genoeg zijn om te onderwijzen. Mijn onderzoek laat zien dat beide standpunten goed met elkaar te verenigen zijn door taal te koppelen aan inhoud. Leerlingen verdiepen hun kennis van het vak geschiedenis door teksten over het verleden te ontrafelen en zo te leren hoe je een claim over het verleden kunt onderbouwen. Tegelijkertijd leren zij ook hoe taal ‘werkt’. De door mij ontwikkelde instructie gebruik ik – in aangepaste vorm – met enige regelmaat ook tijdens de gewone lessen. Zeker voor leerlingen die niet goed weten hoe je de kern uit een stuk tekst haalt, werkt dit goed.

    Daarnaast zijn veel historische teksten (enigszins) selectief of wordt er geschreven vanuit een bepaald perspectief. Het herkennen van dergelijke perspectieven wordt ook wel gezien als een belangrijke vaardigheid om te kunnen functioneren in een informatiesamenleving, waar iedereen wordt overspoeld met informatie van het internet. Dat herkennen van perspectieven in teksten is goed verankerd in mijn onderzoek.”

     

    Is promoveren te combineren met je baan als leraar?

    “Ik zou het niet anders gewild hebben. De dingen die ik ontdek tijdens mijn onderzoek, kan ik tijdens lesdagen gelijk toepassen in de praktijk. En andersom: omdat ik weet hoe de praktijk functioneert, is het voor mij makkelijk om daarop in te spelen en iets te ontwikkelen dat past bij de lespraktijk. Het is echt heerlijk om te zien dat leerlingen beter worden in je vak of om te zien hoe zij zich ontwikkelen tot jongvolwassenen. Waar ik soms wel tegenaan liep, was dat veel collega-docenten niet goed weten wat het schrijven van een dissertatie inhoudt en hoeveel werk dat is. Zo kreeg ik regelmatig de vraag of mijn studie of scriptie nu nóg niet klaar is.”

     

    Praktisch: hoe ziet je werkweek eruit?

    “Tijdens de eerste vier jaren van mijn onderzoek was ik drie dagen per week vrijgesteld van lessen. Vaak werkte ik dan twee dagen thuis en een dag aan de UvA. Door corona heb ik wat vertraging opgelopen – gelukkig is om die reden de beurs ook verlengd. Dit schooljaar heb ik nog een dag per week om onderzoek te doen. Na de zomervakantie loopt de beurs af. Mijn onderzoek zit dan gelukkig in de allerlaatste fase.”

     

    Wat zijn voor jou de praktische ‘mogelijkmakers’ voor dit promotietraject?

    “De belangrijkste is een beurs. Ik zou niet weten waar ik de tijd voor het doen van onderzoek vandaan zou moeten halen als ik deze beurs niet had gehad. Mijn school, het Ichthus College in Veenendaal, stelde zich buitengewoon constructief op tijdens bijvoorbeeld de dataverzameling. En het thuisfront steunde me en hielp waar nodig. Zo heeft mijn vrouw me geholpen met de dataverzameling van de eerste deelstudie.”

     

    Voor welke leraren is promoveren een aanrader?

    “Het is voor mij een hele mooie kans geweest om zowel wetenschappelijk als praktisch bezig te zijn. Voor leraren die zich willen laten informeren door onderzoek en die met inzichten uit onderzoek hun lessen willen verrijken, kan een promotietraject erg interessant zijn. Een extra reden om te gaan promoveren is dat in de komende periode verschillende vakken zullen starten met de vernieuwing van het programma. Als docent-promovendus doen zich allerlei kansen voor om daarover mee te praten. Mensen die zowel de praktijk als de onderzoekswereld kennen, zijn voor de verschillende commissies erg interessant om mee in gesprek te gaan.”

     

    Door mijn onderzoek verdiepten leerlingen hun kennis over het vak geschiedenis

    Drs. Johan van Driel studeerde geschiedenis en politicologie aan de Vrije Universiteit. Sinds 2003 heeft hij aan alle leerjaren op alle niveaus (ook vmbo beroepsgerichte leerwegen) lesgegeven. Daarnaast werkte hij mee aan verschillende lesmethodes. In 2017 startte hij zijn promotietraject aan de UvA, hiervoor kreeg hij een lerarenbeurs toegekend door Dudoc Alfa.

    “In de afgelopen periode heb ik nagedacht over mijn toekomst en inmiddels heb ik een andere baan gevonden. Na de zomervakantie start ik als leerplanontwikkelaar geschiedenis bij SLO.”

     

     

     

     

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS