Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
3 December 2020
Artikel delen

Hoe ver reikt de digitalisering in de klas, zijn leerkrachten nog nodig in de toekomst?

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Op sommige basisscholen werken leerlingen vanaf groep 5 op Chromebooks en in de groepen daarvoor op iPads. Maar hoe is dat over vijftien jaar? Zijn er dan nog tablets, of leren ze via VR-brillen? Geeft de leraar nog rekenles, of doet een robot dat?

    Door: Mirjam Remie | NRC

    Dit soort scenario’s klinken misschien als verre toekomstmuziek. Maar, zegt directeur Jos Berens, de ontwikkelingen gaan hard. „We kunnen niet om digitalisering heen. Nu al werken we met kunstmatige intelligentie, via de digitale lesmethode Snappet.” Die past de vragen op het niveau van de leerling aan. „Wij als onderwijspersoneel kunnen de algoritmes daarachter al niet meer begrijpen. Dat heeft gevolgen voor de rol van de leerkracht.”

    ‘De hele wereld digitaliseert’

    Over die gevolgen gaat het lerarenteam deze middag nadenken. Ze zitten in een lokaal, op anderhalve meter van elkaar, voor hun neus een bordje met strooigoed en een begrippenlijst met woorden als ‘venture capitalist’ (durfinvesteerder) en ‘edtech’ (onderwijstechnologie).

    Op het digibord start ‘Bloom’, een workshop die is ontwikkeld door studio Monnik, een bedrijfje dat zich bezighoudt met nadenken over de toekomst. Het initiatief komt van de PO-Raad, de vereniging van basisschoolbesturen. Die wil leraren bewuster maken van de impact van technologie. „Als alles kan”, vraagt de PO-Raad retorisch in het persbericht, „moeten we dan ook alles willen?”

    Wat vinden leraren zélf positieve en negatieve punten aan technologie in het klaslokaal? „Voor kinderen is het fijn dat ze meteen weten of ze een vraag goed of fout hebben.” Een digitale leeromgeving is spannender en rijker, zeggen Jamilla van Dasselaar (groep 7) en intern begeleider José Wuijster. „Je wilt ook meegaan met de tijd”, zegt Marwin van Diermen (groep 7). „De hele wereld digitaliseert.”

    Nadelen zien ze ook. „Wat ik zie in de onderbouw”, zegt Ellen Voskuilen (groep 1 en 2), „is dat ze de tijd niet meer nemen om zich te verwonderen. Ik kan wel een paddestoel meenemen, maar daar even rustig naar kijken, dat vinden ze moeilijk.” Coby Huijskes (groep 4): „Alles wordt vluchtiger. Ze gaan liever op de iPad dan tekenen.” Duist: „Ik zie bij spelling dat ze digitaal minder snel terugkijken naar een foutje dan op papier.”

    De coronacrisis heeft ethische vragen rondom technologie urgenter maakt. In ultrakorte tijd hebben scholen ict-middelen massaal omarmd.

    Twee bedreigingen

    „We zien een hoop voordelen aan digitalisering in het onderwijs”, zegt Bart Karstens van het Rathenau Instituut, dat onderzoek doet naar de impact van technologie op de samenleving. „Maar we zien ook twee bedreigingen. Ten eerste dreigen marktpartijen veel meer invloed te krijgen op de inhoud van het onderwijs. En digitalisering leidt tot individualisering en optimalisering.”

    Als alles wat leerlingen doen wordt gemeten door een computer, legt hij uit, leidt dat tot meer inzicht in de voortgang van een leerling en tot individueel op maat gesneden lesstof. En dus tot efficiënter onderwijs. „Dat klinkt mooi. Maar leerlingen wéten dat ze continu gemonitord worden. Ze worden banger om fouten te maken en om te experimenteren.”

    Bij basisschool ’t Blokhuus zagen ze tijdens de lockdown nog een ongewenst effect: leerlingen die volgens de computer in één keer wel heel hard vooruitgingen. Ouders bleken hen thuis te helpen, waardoor het systeem dacht dat een leerling meer begreep dan hij of zij in werkelijkheid deed.

    iPad-scholen mislukt

    Van de ‘futuroloog’ op het digibord moeten de leraren nu van rol veranderen: ze worden durfkapitalisten die „de wereld willen verbeteren met ontwrichtende toepassingen”. Waar zouden ze in investeren?

    „Het lijkt alsof wij kunnen verdwijnen”, zegt Van Dasselaar. „Maar wat wij doen, bijvoorbeeld aan sociale vorming, kan niet worden overgenomen door robots.” Van Diermen: „Dat zeiden we honderd jaar geleden bij fabrieksarbeiders ook.”

    Volgens Karstens van het Rathenau Instituut is de idee dat de leraar vervangbaar is een illusie. „Digitalisering maakt een leraar juist nóg belangrijker. Die moet opletten of de berekeningen van het systeem wel passen bij de leerling, het groepsproces bewaken. Anders gaat het fout. Kijk naar de iPad-scholen: dat experiment is mislukt omdat leraren veel te ver op afstand zijn gezet.”

    Hartslag en hersenactiviteit

    Een sprong in de tijd in de workshop: 2035, de ‘CEO’ van de fictieve leeromgeving ‘Bloom’ vertelt wat zijn programma allemaal kan. Een ‘leven lang leren’ is werkelijkheid geworden, gebruikers worden hun hele leven gemonitord, zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied. Hersenactiviteit wordt gescand, de hartslag geregistreerd. Iedereen krijgt een persoonlijk leertraject. Klassen zijn vervangen door ‘leergroepen’ met leraren en leerlingen die bij elkaar passen. Het systeem maakt automatisch „het meest geavanceerde cv”.

    Dan volgt een waarschuwing van de ‘futuroloog’. De toekomst, zegt hij, wordt bepaald door beslissingen die nú worden genomen. „Dat doen op dit moment vooral de makers van technologie.” Maar juist de samenleving zou moeten meedenken over hoe de digitale revolutie eruit moet zien, zegt hij. Directeur Jos Berens: „En jullie, leraren.”

     

    Lees het volledige artikel terug op NRC

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS