Ze loopt vlug vanuit gebouw A naar Z. Lerares Janneke Schapendonk (Koning Willem 1 College in Den Bosch) moest iets eerder vertrekken uit het eerste lesuur om op tijd bij haar volgende klas te zijn. Laptop onder de arm, snel in het kleine stiltehokje dat speciaal voor haar is gereserveerd, en inloggen maar. De eerstejaars verpleegkundigen zitten al te wachten. ,,Hallo lieve mensen. Zouden jullie allemaal even je camera aan kunnen zetten?” Tweeëntwintig tieners die de lerares aankijken. ,,Laten we beginnen.”
Precies zoals de week ervoor, maar dan net ietsje anders. Want Janneke Schapendonk (40) zit dan nu wel weer achter dat scherm, ze stond het uur daarvoor óók weer voor de klas en mag dat na dit lesuur nog een keer doen. ,,En dat is fijn, want als docent wil je dat toch het allerliefst gewoon op school zijn.”
Sinds een week is het middelbaar (beroeps)onderwijs gedeeltelijk weer open. En ‘gedeeltelijk’ betekent voor leerlingen minimaal één dag per week weer naar school. Een zegen voor veel scholieren, een hel voor de roostermakers. Want wanneer laat je nou welke groep naar school komen? Welk vak móet echt klassikaal en welke les kan best nog online? Welke leraar mag dus weer naar school en wie blijft thuis? Past elke klas in elk lokaal met die 1,5 meter-regel? Moeten de groepen kleiner of is een externe locatie het alternatief? De Nieuwste School in Tilburg koos bijvoorbeeld voor de bioscoop, 2College in Berkel-Enschot geeft les in hotel De Druiventros. Maar veel scholen bleven op eigen terrein. Net als het Bossche Koning Willem 1 College, met het halveren van de klassen tot gevolg.
