Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
23 May 2024
Artikel delen

De Internet School; afstandsonderwijs voor specifieke doelgroepen.

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

      Tekst: Wilma Schepers

     

    De onderwijsondernemer

    In 2016 startte Mark Timmermans De Internet School. Gedurende de coronapandemie kwam hij tot het inzicht dat thuiszitters niet geholpen zijn met een apart georganiseerde internetschool. Het is beter om scholen en samenwerkingsverbanden te faciliteren, waardoor zijzelf in staat zijn goed afstandsonderwijs te bieden voor specifieke doelgroepen.

    Er zijn in Nederland nogal wat thuiszitters, kinderen die om wat voor reden dan ook langere tijd niet naar school gaan. De gerapporteerde aantallen lopen uiteen van de vijfduizend geregistreerde kinderen tot wel vijftien- tot twintigduizend kinderen die (ongeregistreerd) niet naar school gaan. Dat zijn er veel te veel. Van verschillende kanten wordt er hard gewerkt aan het terugdringen van deze aantallen, maar ambitieuze doelen worden keer op keer niet gehaald.

     

    Mark Timmermans, onderwijskundig ICT-specialist voor het onderwijs, heeft een speciale affiniteit met kinderen die door allerlei omstandigheden uitvallen in het reguliere of speciaal onderwijs en daardoor kansen missen. Na een aantal jaar gewerkt te hebben als ICT-adviseur en Informatiemanager bij een bovenschoolse organisaties voor po, vo en mbo, besloot hij in 2016 voor zichzelf te beginnen en startte De Internet School. Daarmee liep hij (te ver) vooruit op de ontwikkelingen. De coronapandemie bracht hem tot nieuwe inzichten. Mark vertelt waarom en hoe hij het roer nu omgooit.

     

    Mark: “Dat kinderen door omstandigheden thuis komen te zitten, is soms onontkoombaar. Maar dat zij daardoor de aansluiting verliezen op het onderwijs, zou niet moeten hoeven. Vanuit die gedachte ben ik begonnen met het faciliteren van afstandsonderwijs via internet. Als onderwijskundig ICT’er weet ik hoe ik de digitale omgeving zo moet inrichten dat het werkt. Het idee was dat ik de infrastructuur zou organiseren en een team van docenten het onderwijs zou verzorgen. Daarmee liep ik in 2016 vooruit op de discussie over digitaal onderwijs en de mogelijkheden daarvan voor thuiszitters. Het sloeg niet aan, we waren te vroeg. Heel jammer. Omdat er toch brood op de plank moet, ben ik verder gegaan als zelfstandig adviseur.”

    Koudwatervrees

    “De coronapandemie opende nieuwe deuren. Opeens was er veel vraag naar ondersteuning bij het vormgeven van digitaal onderwijs. Het onderwijs heeft in die twee coronajaren een enorme sprong vooruit gemaakt. Er was geen tijd voor koudwatervrees en al doende leerden leerkrachten om te gaan met de digitale leeromgeving. Dat leverde hen veel inzichten op, in de mogelijkheden én in de beperkingen. Mij bracht het tot het inzicht dat ik als aanbieder van online onderwijs niet náást het gewone onderwijs moest gaan staan, maar juist ín het onderwijs zelf aan de slag moest om mijn kennis over te dragen en ondersteuning te bieden. Leerkrachten in het reguliere en in het speciaal onderwijs zijn heel goed in staat zelf goed (online) onderwijs te verzorgen. Daar heb je geen losstaande internetschool voor nodig. Op voorwaarde natuurlijk dat de digitale omgeving de juiste tools biedt en de leerkrachten weten hoe zij die tools kunnen inzetten.”

     

    Regeerakkoord

    “Een belangrijk moment voor mij was het scannen van het regeerakkoord op wat er gezegd werd over de thuiszitters en het onderwijs. In het regeerakkoord staat met zoveel woorden dat het aantal onnodige thuiszitters moet worden teruggebracht naar nul door elk kind een vorm van onderwijs te geven. Afstandsonderwijs via internet is een van de genoemde mogelijkheden. Daarnaast kondigt het regeerakkoord aan dat er onderzoek gedaan zal worden naar de mogelijkheden van een digitale school voor thuiszitters. Nu moet ik alert zijn, dacht ik. Ik heb hier de afgelopen twintig jaar zoveel ervaring mee opgedaan, het zou zonde zijn als ik die nu niet zou kunnen inzetten.”

    Specifieke doelgroepen

    “Het roer moest om. Ik besloot niet langer in te zetten op een internetschool, maar om scholen en samenwerkingsverbanden te gaan faciliteren in het geven van afstandsonderwijs voor specifieke doelgroepen. Ik denk dan met name aan de thuiszitters. Ook andere leerlingen die wel naar school gaan, maar extra en aandacht zorg vragen, zouden met internetonderwijs verder kunnen komen. Denk bijvoorbeeld aan een autistisch kind dat geholpen zou zijn met ondersteuning bij het leren lezen en dan liefst van iemand die een expert is in het bieden van ondersteuning aan autistische kinderen. Als die toevallig in Groningen woont en werkt en het kind gaat in Deventer naar school, dan zou dat ook heel goed via internet kunnen. Als het maar goed georganiseerd wordt.”

    De aangewezen instantie

    “Ik heb me georiënteerd op de vragen en wensen die in het veld leven door gesprekken te voeren met verschillende onderwijskoepels en samenwerkingsverbanden in het regulier en speciaal onderwijs en het mbo. De keuze om met deze organisaties samen te werken is voor mij een principiële. Als het gaat om specifieke leervragen van leerlingen binnen het regulier en speciaal onderwijs, zijn de samenwerkingsverbanden de aangewezen instantie om ondersteuning te bieden. Het doel is altijd om kinderen zoveel mogelijk binnen de geëigende onderwijsvormen op te vangen, al dan niet met specialistische ondersteuning. Het onderwijs en de samenwerkingsverbanden hebben immers de wettelijke verplichting en verantwoordelijkheid voor de zorg voor kinderen met een rugzakje. Dan is het niet meer dan logisch hen te faciliteren met een goed onderhouden digitale omgeving, de tools en de bijbehorende kennis waarmee zij hun vakinhoudelijke ondersteuning kunnen bieden. Omdat ik ook een onderwijskundige achtergrond heb, kan ik de verbinding maken tussen software en didactiek.”

     

    Moed

    “Een van de organisaties die ik tegenkwam tijdens mijn oriëntatie was Passend Primair Onderwijs Noord-Kennemerland (PPO-NK), een regionaal samenwerkingsverband van 13 onderwijskoepels voor primair en speciaal onderwijs. Op het moment dat ik contact zocht, dacht deze organisatie zelf na over het inzetten van internetonderwijs. We gaan nu samen een traject opzetten waarin we tien leerlingen op afstand begeleiden. De leerkrachten van PPO-NK verzorgen de begeleiding van de kinderen. Ik ondersteun de leerkrachten met het inrichten van de juiste digitale omgeving, het ontwikkelen van vaardigheden, de ondersteunende organisatie en de procesbegeleiding van het project. Ik vind het bewonderenswaardig dat PPO-NK dit experiment – want dat is het – wil aangaan. Er is lef voor nodig omdat we af en toe buiten de wettelijke lijntjes zullen moeten kleuren. PPO-NK heeft inmiddels zelf contact gelegd met het ministerie van Onderwijs. Het ministerie heeft toegezegd het project te gaan volgen en, indien nodig, te ondersteunen. De ervaringen die we in dit experiment opdoen, kunnen bijdragen aan het finetunen van de wet- en regelgeving. Ook dat vind ik getuigen van moed.”

     

    Zorgvuldig en in kleine stapjes

     

    “Al doende onderzoeken we wat werkt. Dat is zinvoller dan achteraf rapporteren over de effecten van online onderwijs, zoals na de coronapandemie gebeurd is. Die onderzoeken lieten vooral zien waar de praktijk tekort schoot. De negatieve uitkomsten waren te verwachten. De stap naar internetonderwijs moest van de ene op de andere dag gezet worden. Voor de leerkrachten was meestal de enige optie hun vertrouwde lespraktijk te vertalen naar de online omgeving. Wat ze met een enorme inzet en toewijding gedaan hebben, maar niet altijd het meest effectief was. In het traject met PPO-NK gaan we onderzoeken wat wel effectief is. De insteek is onderzoek te doen door het proces voortdurend te monitoren, te evalueren en bij te stellen. Zonder roekeloos te experimenteren natuurlijk, want daar wil je kinderen niet aan blootstellen. We hebben al veel kennis over wat kan en daarmee hebben we een prima uitgangspunt. Als je heel zorgvuldig en in kleine stapjes, op basis van concrete ervaringen, verbeterpunten aanbrengt, kun je heel snel leren hoe je internetonderwijs op een goede manier kunt inzetten. Resultaten die we behalen, kunnen we snel inzetten in andere samenwerkingsverbanden en scholen.”

    Onderwijstrauma

    “Thuiszitters zijn vaak kinderen die op een of andere manier een onderwijstrauma hebben opgedaan. Dat kan allerlei achtergronden en oorzaken hebben. Voor alle thuiszitters geldt dat er (tijdelijk) geen match is tussen de mogelijkheden en behoeften van het kind en het aanbod van het regulier of bijzonder onderwijs. In mijn ideale wereld is het mogelijk om via internetonderwijs een goede match te maken tussen de leerkracht/begeleider en het kind. Door individueel online begeleiding te geven kan een leerkracht/begeleider het aanbod heel precies afstemmen op het kind: waar wordt het enthousiast van, wat kan het aan, hoe krijg je dit kind weer tot leren? Het doel is dat het kind langzaam maar zeker weer interesse in leren krijgt en het vertrouwen in zichzelf en de leeromgeving terugwint. Dan kan het eventueel, als het daaraan toe is, weer met vertrouwen terug naar school.”

     

    ‘Het doel is altijd om kinderen zoveel mogelijk binnen de geëigende onderwijsvormen op te vangen’

    Mark Timmerman de Ondivera Methodiq. Deze methode maakt het mogelijk om op systematische wijze blended onderwijs te ontwikkelen door missie, visie, strategie en doelen van een onderwijsorganisatie – en de daaruit voortkomende keuzes voor leermethoden – integraal te vertalen naar een blended leeromgeving. De Internet School is de omgeving van waaruit Mark onderwijsorganisaties en samenwerkingsverbanden faciliteert in het aanbieden van internetonderwijs.

    Meer informatie? internetschool.nl of ondivera.nl.

     

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS