Tip hier de redactie
Posts
Bekijk overzicht
13 July 2023
Artikel delen

Digitalisering als gezamenlijke verantwoordelijkheid: Minister benadrukt ondersteuning van leraren voor goed gebruik van ICT in onderwijs

Categories

Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    Digitalisering in het onderwijs is een actueel en veelbesproken onderwerp. Het belang van effectief gebruik van ICT voor goed onderwijs wordt erkend door de minister van Onderwijs. In een recente visie benadrukt hij de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheid, schoolbestuurders, schoolleiders en anderen om leraren optimaal te ondersteunen bij digitalisering. Deze oproep tot samenwerking en de noodzaak van concrete actie vormen de kern van de recente ontwikkelingen in het onderwijslandschap. In dit nieuwsartikel bespreken we de belangrijkste punten en uitdagingen die naar voren komen in de visie van de minister en de reactie van de VO-raad.

    De visie van de minister is gericht op het ondersteunen van leraren bij het effectief en verstandig gebruik van digitalisering in het onderwijs. De minister benadrukt daarbij de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de overheid, schoolbestuurders, schoolleiders en andere betrokkenen om leraren maximale ruimte en ondersteuning te bieden, bijvoorbeeld door middel van strategisch personeelsbeleid. Hoewel de verdeling van deze verantwoordelijkheid nog niet concreet is vastgesteld, erkent de minister het belang ervan.

    In 2022 heeft de Adviesgroep Regie op ICT ook het belang van gedeelde verantwoordelijkheid benadrukt. Zij noemen de overheid, landelijke organisaties zoals Kennisnet en SIVON, sectorraden en schoolbesturen als essentiële partijen voor goed onderwijs met behulp van ICT. De Adviesgroep pleit voor heldere (wettelijke) kaders voor schoolbesturen, zodat zij weten wat hun verantwoordelijkheid inhoudt, en vraagt om de benodigde financiële ondersteuning.

    Samenwerking en bundeling van krachten via SIVON

    De Tweede Kamer heeft eerder gevraagd om onderwijsinstellingen in het funderend onderwijs aan te sluiten bij SIVON om zo hun positie in de sector te versterken. Concrete maatregelen hiervoor ontbreken op dit moment nog. De minister geeft echter aan in gesprek te zijn met SIVON en de sector om een stabiele en krachtige positie voor SIVON te waarborgen. De VO-raad juicht dit overleg toe en hoopt op een positieve uitkomst. Hoewel schoolbesturen keuzevrijheid hebben, benadrukt de VO-raad dat een hoge deelname aan SIVON een positief effect heeft op de positie van schoolorganisaties op de markt van leermiddelen, met name ten opzichte van grote leveranciers.

    Digitale geletterdheid

    Terecht roept Dijkgraaf op tot meer aandacht voor bij- en nascholing van leraren op het gebied van digitale geletterdheid. Om hieraan tegemoet te komen, richt hij dit jaar nog het Expertisepunt Digitale Geletterdheid op. Het blijft echter onduidelijk wat leraren en schoolbesturen kunnen verwachten op het gebied van bij- en nascholing. Hoewel de minister in de brief geen concrete plannen noemt om te werken aan de digitale vaardigheden van leerlingen, wordt verwacht dat eind dit jaar conceptkerndoelen voor digitale geletterdheid zullen worden gepresenteerd.

    Aanbod van digitale leermiddelen

    Steeds meer leermiddelen worden digitaal aangeboden, zowel volledig digitaal als in combinatie met een werkboek (LiFo). De VO-raad is verheugd over de genoemde onderzoeken en programma’s die bijdragen aan beter digitaal onderwijs, zoals Edu-V, Impuls Open Leermateriaal en Toekomst Distributie. Desalniettemin worden de problemen op de leermiddelenmarkt hiermee niet vanzelf opgelost. Denk hierbij aan de kosten van leermiddelen en LiFo, zoals benoemd in de evaluatie van de Wet Gratis Schoolboeken. De betrokken partijen gaan hierover in gesprek met de minister om mogelijke oplossingen te bespreken.

    Digitaal Veilig Onderwijs

    In de kamerbrief verwijst de minister naar het programma Digitaal Veilig Onderwijs, waar hij de komende jaren structureel 6 miljoen euro voor vrijmaakt. Als eerste stap wordt het Normenkader Informatiebeveiliging en Privacy gepubliceerd, zodat schoolbesturen weten wat hun verantwoordelijkheden zijn en wat ze kunnen doen. In 2024 neemt de minister een besluit over het beheer, toezicht en handhaving van dit normenkader. Momenteel onderzoekt de Auditdienst Rijk de beste manier om dit vorm te geven zonder de administratieve lasten van schoolbesturen te verhogen. Als onderdeel van het toezicht zullen schoolbesturen vanaf hun jaarverslag over 2024 expliciet aandacht moeten besteden aan informatiebeveiliging en privacy.

    Ook (software)leveranciers in het funderend onderwijs moeten voldoen aan de normen. SIVON werkt vanuit het programma aan het uitvoeren van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) en het toetsen van verwerkersovereenkomsten, waardoor schoolbesturen worden ontlast. Een andere stap in het programma is een pilot met een Computer Emergency en Response Team (CERT), dat vanaf eind dit jaar beschikbaar zal zijn als ondersteuningspunt bij incidenten.

    Onderzoek naar landelijke ICT-basisinfrastructuur voor toekomstbestendig onderwijs

    Het ministerie onderzoekt ook hoe een landelijk dekkend ICT-landschap eruit zou moeten zien. Dit landschap omvat organisaties, voorzieningen, afspraken en standaarden die toekomstbestendig, veilig, efficiënt en flexibel onderwijs mogelijk maken. In de zomer van 2024 zal de minister de Kamer informeren over de resultaten van dit onderzoek. De VO-raad ondersteunt de noodzaak van dit onderzoek en werkt graag mee. Het is van groot belang dat de landelijke ICT-basisinfrastructuur aansluit bij de behoeften van het onderwijs.

    Concreet beleid blijft nodig

    De VO-raad is blij dat de minister een urgente visie op digitalisering in het funderend onderwijs heeft geformuleerd. De digitale transitie heeft een grote impact op het onderwijs. Het is dan ook goed om te zien dat de minister oog heeft voor grote vraagstukken zoals digitale vaardigheden, digitale leermiddelen en nieuwe technologieën zoals AI. Wij vinden de brief een goede eerste stap die wat ons betreft op korte termijn tot concreet beleid moet gaan leiden.

    De VO-raad denkt graag mee met minister Dijkgraaf over het benutten van de positieve impact van digitalisering in het funderend onderwijs en het maximaal beperken van de risico’s. Het is essentieel dat er duidelijke en praktische richtlijnen worden vastgesteld, zodat leraren, schoolbesturen en andere betrokkenen weten waar ze aan toe zijn en hoe ze digitalisering effectief kunnen inzetten ten behoeve van goed onderwijs.

    Daarnaast is het van belang dat er voldoende financiële ondersteuning beschikbaar wordt gesteld, zodat scholen de benodigde middelen kunnen aanschaffen en implementeren. De VO-raad zal in gesprek gaan met de minister om de problemen op de leermiddelenmarkt aan te kaarten en te zoeken naar oplossingen die betaalbare en kwalitatieve digitale leermiddelen voor alle scholen mogelijk maken.

    Tot slot benadrukt de VO-raad het belang van samenwerking en krachtenbundeling via SIVON. Het is positief dat de minister in gesprek is met SIVON en de sector om te zorgen voor een stabiele en krachtige positie van SIVON. Een hoge deelnamegraad aan SIVON kan de positie van schoolorganisaties op de leermiddelenmarkt versterken en zorgen voor een breed en divers aanbod aan digitale leermiddelen.

    In conclusie erkennen we de stappen die worden genomen om digitalisering in het onderwijs te bevorderen, maar we dringen aan op concrete actie en beleid. De VO-raad staat klaar om samen te werken met de minister en andere betrokken partijen om de digitale transitie in het funderend onderwijs succesvol te realiseren en ervoor te zorgen dat alle leerlingen optimaal profiteren van de mogelijkheden die digitalisering biedt.

    Tags

    Deel dit artikel

    Wilt u belangrijke informatie delen met de redactie?

    Tip hier de redactie

    BLIJF OP DE HOOGTE VAN AL HET ONDERWIJSINNOVATIE NIEUWS